Na 200 km lopen – eindelijk – daar is het Noordzee-strand!
Overdreven? Misschien. Pathetisch? Denk het wel. Feit is dat het moment dat ik over de duinenrij kwam bij Callantsoog ik eventjes hetzelfde gevoel had dat de Amerikaanse kolonisten gehad moeten hebben. Dat ze na een struggle van honderden kilometers door hitte en zand ploeteren opeens de uitgestrekte Stille Oceaan voor zich zagen. Eindelijk!
Bij het kustpad heb ik de afgelopen twee jaar ruim 200 kilometer langs voornamelijk dijken in Groningen en Friesland gelopen. Niet altijd en overal de aantrekkelijkste plekken, hoewel uitkijken over de Waddenzee zonder meer zijn charme heeft. Maar de mooie goudgele stranden zijn door de ontwikkeling van ons land blijven steken op de eilanden voor de kust en in deze provincies kijk je vooral tegen basaltblokken en asfalt aan. En dus voelt het alsof ik nu op het punt ben gekomen dat ik echt lekker – met het gezicht in de wind! – kan beginnen aan een wandeling langs de zee. Nog ruim 300 km te gaan richting Zeeland!
Beknopte inhoud
Proeflapje
De regio waar ik vandaag doorheen loop was in feite het ‘proeflapje’ voor ingenieurs om te ontdekken hoe ze de Zuiderzeewerken vorm konden geven. Ik ga verder op de plek waar ik de laatste keer mijn ‘puzzelstukje’ van de vorige wandeling heb achtergelaten: Van Ewijcksluis.
“Het dorp is vernoemd naar Daniël Jacob van Ewijck van Oostbroek en De Bilt, die als gouverneur van de Koning betrokken was bij de inpoldering van de Anna Paulownapolder”, meldt Wikipedia. En om duidelijk te maken wat ik met dat experimenteren bedoelde: “De dijk die het Amstelmeer beschermt tegen de Waddenzee was een voorbeeldproject voor de Afsluitdijk tussen Noord-Holland en Friesland. De ingenieurs staken er veel van op. Door de zachte grond verschoof het dijklichaam en werd de onderlaag er zijwaarts uitgeperst. Aan de kant van het Amstelmeer is dat nog goed te zien: langs de dijk ligt een natuurgebied dat “de verzakking” heet.”
Dierenpark
De route gaat verder zuidwaarts, langs Het Oude Veer. Dit is een voormalige wadgeul. “De brede geul doorsnijdt de Anna Paulownapolder en is voor deze polder als boezemwater van betekenis. Ook na de droogmaking van de polder stond de geul nog in open verbinding met de zee. Vooral beurtschippers die landbouwproducten vervoerden uit deze streken vreesden het Oude Veer bij stormachtig weer”, schrijven de auteurs van de wandelgids Nederlands Kustpad.
Aan de overkant van het water staat een indrukwekkend gebouw. Volgens de kaart gaat het om Landgoed Hoenderdaell. Eenmaal thuis blijkt dat een vrij uitgebreid dierenpark te zijn met beren, apen, kamelen, wolven, rendieren, wasberen, lynxen en sneeuwluipaarden. Te veel om eventjes in een wandeldag erbij in te proppen, maar wel een idee voor iedereen die een keertje in dit deel van het land de vakantie doorbrengt.
Anna Paulowna
En dan een plaatsnaambord dat er de rest van de dag voor zorgt dat ik de George Baker-hit ‘Una Paloma Blanca’ in mijn hoofd heb: Anna Paulowna. Een plaats die vernoemd is naar de Russische prinses Anna Paulowna (1795-1865), die gehuwd was met koning Willem II.
“In haar rol als koningin gedroeg Anna Paulowna zich als een echte diva en influencer. Ze bracht pracht en praal naar het Nederlandse hof, bijvoorbeeld door haar kostbare sieraden en kleding”, staat op een bord van het station van Anna Paulowna, waar ook vermeld wordt dat ze een fervent treinreiziger was. “Al kort na de opening van de eerste spoorweg in Nederland (1839), tussen Amsterdam en Haarlem, maakte Anna Paulowna een treinreis op dit traject”.
Meer historie of niet?
Als je Anna Paulowna uitloopt passeer je een molen. ‘Mooi stukje geschiedenis’, denk je. Maar het leuke van wandelen in eigen land is dat je telkens weer verrast wordt. Eenmaal thuis blijkt er achter deze Molen Leonide een bijzonder verhaal schuilt. Deze molen blijkt in 2002 gebouwd te zijn als woonhuis. “Voor het achtkant is de voormalige poldermolen De Zeemeeuw uit het Groningse Uithuizen aangekocht. Deze molen was sinds 1988 gedemonteerd opgeslagen. Ook zijn onderdelen van andere voormalige molens gebruikt. De Leonide heeft het aanzien van een traditionele zaagmolen, maar heeft nooit een molenfunctie gehad.”
Wow, wat een ambitieus project. Het is ontstaan in de geest van voormalig aannemer, projectontwikkelaar én molenliefhebber Klaas de Leeuw. Het echtpaar blijkt het pand in 2020 echter weer te koop aangeboden te hebben voor een prijs van bijna 1,5 miljoen euro. Ze waren toen 69 en 70 jaar. “Wat Klaas betreft zouden ze hier honderd worden, maar Marianne dacht daar anders over: ‘Als hij eerder omrolt dan ik, zit ik met de ballast.’ Het onderhoud van het riante woongedeelte (296 m2) en de 4000 m2 grond is geen futiliteit”, schrijft het FD.nl over het pand, dat onder andere een inpandig zwembad met sauna heeft.
Oudesluis
Het gehucht Oudesluis heeft daadwerkelijk een oude sluis. Het boek van het Kustpad geeft de volgende beschrijving: “Deze zeesluis is ruim 370 jaar oud. Dit blijkt uit een gedenksteen, die links van de brug in de sluismuur is gemetseld. Daarop prijkt het jaartal 1631. Op een bord aan de zijgevel van de sluiswachterstwoning staan nog de tarieven anno 1850 vermeld. De sluis heeft zijn waterkerende functie verloren en is door het aanbrengen van een schuif omgebouwd tot schutsluis voor de recreatieve vaart”.
Uit dat lijstje van 1850 blijkt dat er ook toen al behoorlijke bedragen betaald moesten worden voor het gebruik van de sluis. Zo moest een geladen turfschip 2 gulden neertellen om te mogen passeren.
Eendenkooi in de lunchpauze
“Na de drooglegging van de Zijpe werd in 1615 Eendenkooi ’t Zand aangelegd. In de jaren tachtig is de vervallen eendenkooi in oude staat hersteld, vooral door vrijwilligers. Het omliggende Mosselwiel is een belangrijke schakel in het Natuurnetwerk Nederland. Het is zoveel mogelijk teruggebracht naar vochtig agrarisch landschap, een voedselrijk gebied voor vogels”, meldt een bord voordat ik een dijk op stap richting het dorp ’t Zand.
Van die historische eendenkooi is helaas alleen in de verte de contouren te zien. Dat is wel vaker zo als je aan het wandelen bent. Je kunt nu eenmaal niet ‘alles’ hebben: een mooie route met weinig asfalt én alle bezienswaardigheden aandoen en dan toch qua kilometers nog een aantrekkelijke dag-afstand hebben.
Halverwege de dijk passeer ik een andere wandelaar met een broodzakje in zijn hand. “Loopt u toevallig het Nederlands Kustpad?”, vraagt hij. Op mijn bevestigende antwoord zegt hij. “Wat leuk! Ik loop hier eigenlijk elke dag in mijn lunchpauze en ik heb daar verderop al zo vaak het bordje ‘Nederlands Kustpad’ gezien, maar nog nooit iemand hier zien wandelen eigenlijk. En u loopt de héle dag buiten? Oh, wat heerlijk moet dat zijn!”.
In ’t Zand dat aan het Noordhollandsch Kanaal ligt, hebben ze een bijzondere brug. Eentje waar je in ieder geval niet met je auto met caravan overheen mag. Een informatiebord legt uit: “Het Noordhollandsch Kanaal werd gegraven in de periode 1819-1824. In die tijd kon men nog geen stalen bruggen maken met een grote overspanning. Daarom ontwierp Jan Blanken dit model brug, oorspronkelijk uitgerust met houten vlotten.”
Het kanaal is 37 meter breed. Dat was bepaald omdat een marineschip en een koopvaarder elkaar moesten kunnen passeren. De vlotten werden tegen elkaar geschoven, zodat het verkeer eroverheen kon. Inmiddels zijn de vlotten vervangen door metalen pontons, maar het blijft een bijzondere oversteek, die ook nog eens een verdieping in het midden kent. Dat maakt passeren met een caravan dus moeilijk/onmogelijk.
Terwijl de winterse zon al aan het zakken is loop ik via de Zeeweg Callantsoog binnen. De omgeving en de bebouwing ademt de sfeer als die van een Waddeneiland. Gezellige huisjes in een gevarieerde stijl. Uiteindelijk via de trappen de duinenrij over en dan: de zee!








