Waarom wist ik niks van dit gigantische meer?

Het Amstelmeer in Noord-Holland. Foto: Sander Lindenburg

Bij topo op de basisschool moet ik dit toch geleerd hebben, maar toch word ik verrast door dit meer van zeven vierkante kilometer in de kop van Noord-Holland. Het Amstelmeer is eigenlijk al mijn hele leven aan mijn aandacht ontsnapt. Waarschijnlijk omdat ik als Zwollenaar nauwelijks in deze hoek van het land kom en dat je er bij een bezoek aan (de boot naar) Texel vrij achteloos aan voorbijrijdt.

Deze dag begint in Den Oever. Ik ben ‘aan de overkant’. Tenminste, zo voelt het. Na de afgelopen twee jaar in etappes langs de Groningse en Friese kust gelopen te zijn ben ik nu in Noord-Holland. Wandelaars komen via de haven de ruim 500 jaar oude stad binnenlopen. Veel restanten van die geschiedenis zijn er overigens niet direct zichtbaar, behalve dan de uit 1675 daterende molen De Hoop (te vinden als je even afwijkt van de wandelroute van het Nederlands Kustpad).

Molen De Hoop in Den Oever. Foto: Sander Lindenburg

Wandelend langs de haven kun je uitkijken over het waddengebied op het ‘Waddenbelevingspunt’, zoals dat in vroeger dagen ook gedaan werd door de bewoners van dit voormalige eiland Wieringen. Want dat je in een gebied bent wat vroeger een eiland was merk je wel. Door de soms slingerende wegen en vooral door de prachtige bomen langs de (wandel)paden. Het was overigens maar een klein eiland: 24 vierkante kilometer. Vergelijk dat met de andere waddeneilanden die we hebben, dan krijg je qua oppervlak de volgende top vijf:

  1. Texel 162 vierkante km
  2. Terschelling 85 vierkante km
  3. Ameland 59 vierkante km
  4. Schiermonnikoog 40 vierkante km
  5. Vlieland 39 vierkante km

Het gebied kent een roerig verleden. Zo vermeldt Wikipedia de vondst van een zilverschat: Een eerste aanval van de Vikingen op Fries gebied vond plaats in 810. Het aantal en de felheid van de invallen groeide vooral in de tweede helft van de 9e eeuw. Door de vondst van een zilverschat in 1996 in een weiland bij het gehucht Westerklief is de aandacht gevestigd op het feit dat Wieringen in de 9e eeuw korte tijd uitvalsbasis is geweest van (Deense) Vikingen. De zilverschat bestaat uit circa 1,7 kg zilveren munten, sieraden en zilverstaafjes en is tegenwoordig in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden te zien. In Den Oever is naast het VVV-gebouw het Vikingen Informatie-centrum te vinden, dat echter maar beperkt open is.

Besmettelijke ziekten

Schepen uit verre gebieden moesten al vanaf de zeventiende eeuw voor Wieringen stoppen voordat ze verder voeren naar Amsterdam. De maatregel moest voorkomen dat ziekten van bemanningen verder het land in trokken. Het eiland lag afgelegen, waardoor zieke matrozen zonder risico konden worden verzorgd.

In 1806 gaf Lodewijk Napoleon opdracht voor een quarantaine-inrichting op het westelijke punt van Wieringen. Het complex bestond uit enkele barakken, een ziekenzaal en een woning voor de beheerder. Hier verbleven patiënten en het personeel dat hen moest verzorgen. Na ongeveer vijftig jaar kwam er een einde aan deze functie.

Kort na de Eerste Wereldoorlog werd Wieringen het toevluchtsoord van de Duitse kroonprins Wilhelm. Hij was samen met zijn vader, keizer Wilhelm II, in november 1918 vanuit Wallonië naar Nederland gevlucht en kreeg hier asiel. Tijdens zijn verblijf leerde hij in Hippolytushoef een ongebruikelijke vaardigheid. Bij smid Jan Luyt oefende hij het smeden van hoefijzers. Ter nagedachtenis daaraan staat in Hippolytushoef nog een informatiepaneel.

Op 22 november 1918 zette de kroonprins voet aan wal op Wieringen, gevolgd door veel internationale pers. Bijna vijf jaar later, op 10 november 1923, vertrok hij weer richting Duitsland.

Het informatiepaneel over de komst van de kroonprins naar Wieringen. Foto: Sander Lindenburg

Inpoldering

De inpoldering van omringende water van het eiland was een idee van Prof. Dr. Cornelis Lely. Die het resultaat overigens zelf niet meer meemaakte. Een jaar voor de voltooiing overleed hij. Op 21 augustus 1930 viel de Wieringermeerpolder namelijk droog en in mei 1932 werd de Afsluitdijk voltooid.

Het Historisch Genootschap Wieringermeer schrijft: Bij de inrichting van de polder had de overheid een stevige vinger in de pap. Het Rijk wilde koste wat kost een herhaling van de ellende in de Haarlemmermeer vermijden. Die polder was in het midden van de negentiende eeuw drooggelegd en vervolgens aan haar lot overgelaten. Chaos, anarchie, ziektes en diepe armoe waren het gevolg. Met de nieuwe polder moest dat anders.

De Voorlopige Directie van de Wieringermeer kreeg de taak alles in goede banen te leiden. En met alles, bedoelde men ook echt alles. De Voorlopige Directie zorgde voor de uitgifte van cultuur- en bouwgronden, bebossing en beplanting, woningbouw, de aanleg van de waterleidingen, elektriciteit, het onderwijs en medische en godsdienstige verzorging.

Heidense plek

Het kustpad loopt langs een begraafplaats met een heidens verleden. Stroe geldt als een van de oudste dorpen van Wieringen. De begraafplaats heeft een duidelijke archeologische waarde. Midden op het terrein stond ooit de zogeheten Heidensche Kapel. De kleine middeleeuwse kerk kreeg die naam door een reliëf boven de ingang: een varken, wat gezien werd als een overblijfsel uit heidense tijden.

Van de kapel bestaat een afbeelding uit 1778. Op de tekening van Pieter van Cuyck is te zien dat het gebouw op een terpachtige verhoging lag. Dat hoogteverschil is op de begraafplaats nog altijd herkenbaar. Op dezelfde plek is in 2016 een nieuwe Heidense Kapel gebouwd. Het project kwam tot stand dankzij donaties en de inzet van veel vrijwilligers.

De begraafplaats van Stroe. Foto: Sander Lindenburg

Even verderop passeer je Museum Jan Lont, waar aandacht is voor de geschiedenis en het bestaan op het voormalige eiland. Het is echter maar beperkt open. Uit de site van het museum blijkt dat er een rijke verscheidenheid aan (geschonken) objecten te bekijken is in het pand.

Opmerkelijker is het kunstwerk dat in de tuin van een woning aan de Stroeërweg 42 in Hippolytushoef staat. Bij passeren heb ik er wel een foto van gemaakt, maar dacht direct al ‘dit kan niet de plek zijn waar de dijk gesloten werd’. Eenmaal thuis geprobeerd te achterhalen waarom dit herdenkingsteken hier staat. Dat is me niet echt gelukt, maar uit een historische ansichtkaart blijkt dat het wel heel veel lijkt op het origineel in ieder geval. Overigens wordt er nu (anno 2025) wel nog steeds gewerkt aan de plek waar de daadwerkelijke laatste sluitsteen werd geplaatst. Op die site is ook nog een foto van deze steen te vinden die volgens het bestandsformaat in 2022 is geüpload. Door de oranje verkleuring van de ‘o’ op die foto moet eigenlijk geconcludeerd worden dat dat wat in de tuin staat niet het origineel is maar een kopie.

Is dit het echte originele monument of slechts een kopie? Foto: Sander Lindenburg (links) en
Klaas Maaskant/ Zuiderzeemuseum Enkhuizen

Hagelbui

Tot slot het Amstelmeer. Even een geschiedenislesje (ook voor mezelf…): Tussen het dorp Van Ewijcksluis en het voormalige eiland Wieringen ligt de Amsteldiepdijk. In 1924 werd deze dijk gedicht. Het Amsteldiep, een van de toegangen naar de Zuiderzee, werd afgesloten en op dezelfde plaats ontstond het huidige Amstelmeer. Door de deze dijk werd Wieringen met het vasteland verbonden, zodat het vanaf dat moment geen eiland meer was.

Eenmaal wandelend bij dit Amstelmeer aangekomen lacht mij een 6 km lang pad over de dijk toe. Niet het makkelijkst om te lopen nu. De rug van de dijk is behoorlijk modderig gemaakt door waarschijnlijk de schapen die hier hun tijd hebben doorgebracht en het gras is niet kort gemaaid. De uitdaging wordt compleet gemaakt door een hagelbui die in de laatste kilometers losbarst. De striemende kou doet me naar mijn paraplu grijpen, die ik gelukkig mee had genomen. Maar mede door deze ‘ontbering’ zal ik het Amstelmeer voortaan niet gauw meer vergeten. 😄

Reageren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.