Video | Het drama achter dit arbeidershuisje uit 1880
Ruimer dan een hedendaags ‘Tiny house’ en zeker veel goedkoper. Naar hedendaagse maatstaven dan, want de 400 gulden die dagloner Jacob de Vries in 1880 betaalde voor zijn huisje op het landgoed van Borg Verhildersum in Groningen heeft hem slapeloze nachten bezorgd. Hij en zijn vrouw konden de kosten namelijk uiteindelijk niet opbrengen…
Leuk dat je meeloopt met mijn etappes over het Nederlandse Kustpad. Ditmaal begint de wandeling in Baflo. De auto geparkeerd op een terrein achter de Immanuelkerk, waarvoor je onder een opmerkelijke poort naast het kerkgebouw door moet rijden. Dat prikkelt wel de nieuwsgierigheid. Het blijkt dat de poort er is gekomen omdat er bij een verbouwing in 1951 een orgelkamer bovenop is gebouwd.
In Mensingeweer maakt de route een lus rond koren- en pelmolen Hollands Welvaart uit 1855. Zeker nu vandaag in een lekker windje de wieken draaien is het een prachtig aanblik, maar even daarvoor passeerde ik nieuwe kunst, die ik misschien door de contouren wel meer waardeer.
Naast de rotonde bij Mensingeweer staat iets dat telkens van vorm lijkt te veranderen als je er omheen loopt. Het blijkt kunst van Studio Volken de Vlas en Studio Volop, wat er nog maar net in 2024 geplaatst is. In de toelichting bij deze ‘folly’ met de naam Steentijd staat: ‘Een kunstwerk dat de gelaagdheid van de geschiedenis omarmt. In één krachtig beeld worden twee belangrijke tijdperken uit de Groningse geschiedenis belicht: de Middeleeuwen en de Industriële Revolutie. Vanuit Lauwersoog verrijzen de contouren van een karakteristieke steenfabriek uit de 19e eeuw, een symbool van de industriële vooruitgang. Tegelijkertijd vormen de zuilen vanuit Winsum een eerbetoon aan de archetypische middeleeuwse kerk’. Mooi gemaakt!
Beknopte inhoud
Pieterpad
Op dit punt kruist het Nederlandse Kustpad het Pieterpad. In 2016 liep ik dat pad zuidwaarts. Het was de eerste etappe die ik die dag liep, ruim 30 km naar Groningen-stad. Om eerlijk te zijn kan ik me deze plek van acht jaar geleden niet meer herinneren. Ook de molen heeft geen verpletterende indruk gemaakt. Terugbladerend in mijn foto’s blijk ik vooral onder de indruk geweest te zijn van de net omgeploegde vette klei in het Groningse landschap.
Als ik verderop Warfhuizen binnenloop ben ik verbaasd over de watersportfaciliteiten die hier zijn. Varen kan hier immers alleen langs (volgens mij) saaie, rechte kanalen. Het ademt een historische sfeer. Het dorp stamt dan ook al uit 1398. De kerk blijkt een bijzonder relikwie te bevatten. “De rooms-katholieke ‘Kluis van Onze Lieve Vrouwen van de Besloten Tuin‘ in Warfhuizen is de enige kluizenarij in Nederland, die op dit moment door een kluizenaar wordt bewoond. De kluis is in 2001 gesticht in de voormalige parochiekerk. De kerk herbergt een Mariabeeld, de ‘Bedroefde Moeder van Warfhuizen’, dat zeer populair is bij bedevaartgangers’, meldt het boek van het Nederlandse kustpad.
Wie met zijn kinderen in deze hoek van het land verblijft zou eens een kijkje kunnen nemen bij Waddenfun, dat volgens eigen zeggen ‘het grootste indoorklimpark van Nederland’ heeft. Het is even buiten Warfhuizen te vinden, waar ik bij passeren kinderen in de herfstvakantie veel plezier zag hebben met een kabelbaan vanuit de loods naar buiten.
Armenhuis
’t Stort meldt de wandelkaart. Ik verwacht een oude vuilstort waar ik langs ga lopen, maar het blijkt om een stortplaats van uitgebaggerde aarde te gaan, die vrijkwam bij het graven en verbreden van de kanalen op deze plek. In 1864 werden toen op deze plek arbeidershuisjes neergezet en later, in 1929, kwam er een gemeentelijk armenhuis. Maar vanaf 1973 werd deze hele strook omgebouwd tot een rijtje (luxe) woningen.
Rijkdom is ruim een kilometer verderop ook te vinden op het landgoed Borg Verhildersum: “Oorspronkelijk gebouwd in de 14e eeuw, groeide het zogenaamde ‘steenhuis’ uit tot een toonaangevend buitenhuis. Wat deze borg uniek maakt, is dat het door de eeuwen heen slechts door twee families is bewoond. In 1953 vertrokken de laatste bewoners, en nu bieden de vertrekken een unieke inkijk in het leven op een landgoed in de 19e eeuw.”
Er worden op deze plek ook regelmatig exposities gehouden en er is horeca. Voor kinderen is er een grote speeltuin, zijn er dieren en kan er een kijkje genomen worden in een arbeidershuisje.
Arbeiderswoning
In 1880 werd door dagloner Jacob de Vries en zijn vrouw Janna Bijma vier are grond aan de Hoornsevaart gekocht. Daarop werd een arbeidershuisje gebouwd, dat tot 1959 werd bewoond. Het Ommelander Museum heeft het monument hersteld en in 1993 in gebruik genomen. Nu geeft de inrichting van het huisje een goed beeld van het leven van een landarbeider en zijn vrouw rond 1900.
Voor de 4 are grond moest op 3 maart 1880 in totaal 100 gulden betaald worden en de bouw van het huis kostte, zo meldt een paneel op de gevel van het pand, 400 gulden. “Doordat ze het niet konden opbrengen wordt het huisje door hun enige zoon Simon de Vries op 27 februari 1909 publiekelijk verkocht voor 445 gulden”, meldt een informatieblad in de woning, waarin ook de verdere geschiedenis van het pand beschreven staat. In 1959 gaat het – na meerdere verkopen – van de hand voor 3000 gulden. In 1987 wordt het voor een symbolisch bedrag overgedragen aan het Ommelander Museum. Nu gaat zo’n arbeiderswoning op de particuliere markt van de hand voor een bedrag van 289.000 euro, zoals uit deze advertentie blijkt.
Olle Weem
Een bevreemdende afsluiting van deze wandeldag vormt de bult met de naam ‘Olle Weem’. Het is dat er een bord bij staat, anders zou je achteloos aan deze bosschage voorbij lopen. “Eens lag hier het dorp Vliedorp. Er woonden mensen, speelden kinderen en ’s zondags zat de kerk vol. Nu is het stil en groen.” En: ‘Lang geleden telde Vliedorp vele tientallen huizen, een kerk en een pastorieboerderij, ook wel weem geheten. Vandaar de naam ‘Olle Weem’. Vroeger was de wierde veel groter, maar een flink deel werd afgegraven vanwege de vruchtbare grond. “Het kerkhof lieten ze met rust. Daar hebben we nu deze groene oase aan te danken”.
Al in 1695 verlieten de bewoners het dorp. In dat jaar werd de bevolking het laatst toegesproken door de predikant in de kerk. Daarop werd het een spookdorp. De stenen van de gebouwen werden elders gebruikt. De laatste huizen verdwenen in de 18e eeuw.









