Wandelend door Friesland, verrassingen bij elke stap: Oant gau!

Het beeld van de Stenen Man op de dijk bij Harlingen. Foto: Sander Lindenburg

Verwonderd vraag ik me af of er enig verband bestaat tussen het Friese Zurich waar in vandaag doorheen loop en het Zwitserse Zürich. Zou ChatGPT een antwoord hebben? Al wandelend fantaseer ik over een zendeling die vanuit Zwitserland het geloof ik dit deel van Nederland kwam brengen en daarbij meteen de naam van zijn geboortegrond had meegenomen. Maar eenmaal thuis bleek dat bij navraag niet het geval…

Het antwoord van ChatGPT luidt namelijk: “Nee, er is geen verband tussen het Friese Zurich en het Zwitserse Zürich. De twee plaatsen hebben toevallig een vergelijkbare naam, maar een totaal andere oorsprong.

Fries Zurich (in het Fries: Surch) is een klein dorpje aan de Waddenzeekust, vlak bij de Afsluitdijk. De naam komt waarschijnlijk van het Oudfriese Zuderinghe, wat iets als “zuidelijke nederzetting” betekent. Door de eeuwen heen veranderde die naam via varianten als Surich en Zurich in wat het nu is.

Zwitserse Zürich heeft een heel andere etymologie. Die naam gaat terug tot de Romeinse tijd, toen de stad Turicum heette. Die naam veranderde in de loop der tijd via vormen als Zurigo (Italiaans) en Zürich (Duits).”

Weten we dat ook weer.

Bye Friesland!

Ik zet vandaag de laatste stappen in de provincie Friesland bij mijn tocht langs het Nederlandse Kustpad, onderweg naar Zeeland. Die reis begon in november 2023 in de Groningse klei bij Bad Nieuweschans (het is nu mei 2025). Ik pak de draad weer op in Harlingen. Een historische stad waar ik ’tig’-keren ben geweest, maar die ik totaal niet blijk te kennen.

Met familie op Terschelling was de gang naar Harlingen een meermaals voorkomende trip, maar verder dan de parkeerplaats en de haven kom je dan niet. Nu dompel ik me onder in de oude binnenstad en ben verrast door de rijkdom en voel door de met bomen omzoomde grachten een link met de Zuiderzeestad Elburg; mijn geboortegrond waar ik 25 jaar gewoond heb.

De waterloop dwars door Harlingen. Foto: Sander Lindenburg

Lopend door Harlingen zie je aan de imposante woningen in onder andere de Voorstraat hoe rijk sommige mensen hier ooit waren, dankzij de handel over zee. Je komt ook door de wijk Zoutsloot, dat een bijzondere geschiedenis kent: “De buurt Zoutsloot wordt eind 16e eeuw aangelegd. De naam herinnert aan de zoutindustrie die eeuwenlang belangrijk is voor Harlingen. Het zout komt uit Zuid-Europa en Engeland. Eenmaal hier wordt het opgelost in zeewater dat in grote ketels aan de kook wordt gebracht. Nadat het water is verdampt blijft zuiver zout over. Het wordt gebruikt voor het inzouten van vlees, vis en groente”, zo meldt een informatiepaneel. De wijk zelf raakte in verval, maar is dankzij de Hein Buisman Stichting gerestaureerd.

Harlingen heeft een gezellig centrum. Foto: Sander Lindenburg

Stenen Man

Even buiten Harlingen kun je hem niet missen, de Stenen Man. Het is een enorm beeld op de dijk, ter ere van de Portugese kolonel Caspar die Robes (1527-1585). Hij werkte voor de Spaanse bezetter.

“De Allerheiligenvloed van 1570 richtte veel schade aan in Friesland, maar de Spaanse stadhouder Caspar die Robles zorgde voor herstel van de Friese dijken. Het onderhoud van de dijk was verdeeld in een zuidelijk en een noordelijk deel. Precies op de scheiding van beide dijkvakken plaatste men in 1576 een terminus of grenspaal. Bovenop de paal pronkte een Januskop, die beide richting op kijkt. Dit gedenkteken ter ere van Caspar Die Robles kreeg al snel de naam de Stenen Man”, zo meldt het wandelboek van het Nederlands Kustpad. (Tip: Vlakbij dit monument heeft Harlingen een grote gratis parkeerplaats)

Oud en nieuw bij elkaar in Dijksterburen. Op de voorgrond de poldermolen De Eendracht. Die werd in 1872 gebouwd ten behoeve van de bemaling van de in dat jaar gereed gekomen polder met dezelfde naam. Foto: Sander Lindenburg

Oud Klooster

Je struikelt bij wijze van spreken over de historie in Friesland. Je hebt het ene nog niet gehad of daar is het volgende al weer. Juist als ik me verbaas over de vrij pompeuze fiets- en loopbrug over de N31 blijkt uit een bord dat ook hier ooit iets bijzonders is gebeurd.

“U staat hier op het westelijk deel van de Pingjumer Gulden Halsband. De voetgangersbrug over de snelweg heet de ‘Halsbān’. In het land voor de boerderij Vinea State ziet u een verhoging in het landschap. Dit is de locatie waar vroeger het klooster Vinea Domini heeft gestaan”.

En: “Omstreeks 1186 stichtten de monniken van Premonstratenzers of Norbertijnen hier het klooster Vinea Domini. Vanwege hun witte pijen werden de monniken ook wel Witheren genoemd. (…) Na een overstroming eind 13e eeuw vertrokken de monniken uit het klooster, vermoedelijk naar Witmarsum of Bolsward”.

Opeens duikt de loopbrug de ‘Halsbān’ op in het landschap. Foto: Sander Lindenburg

Met de kop in de wind passeren we Zurich én een kudde schapen op de dijk, die zich duidelijk nauwelijks druk maken om de vrij frequent passerende fietsers en de enkele wandelaar. De tocht vandaag eindigt bij HarTeluk hotel-restaurant Afsluitdijk Zurich, wat zich eigenlijk wel op een raar plekje in het landschap genesteld heeft.

Het eerste horeca­bedrijf bij Zurich verscheen direct na de opening van de Afsluitdijk. Op 25 september 1933 kwam de dijk vrij voor verkeer en opende er een benzinestation met wegrestaurant onder de naam “Routiers Zurich”. Vanaf 1986 maakte dat onderdeel uit van de Hajé‑formule. In het voorjaar van 2024 nam ondernemer Thierry de Jager, zoon van de oprichter van de Hajé‑keten, de locatie officieel over. HarTeluk is inmiddels een kleine familie van drie vestigingen: Joure, Zurich (Afsluitdijk) en een restaurant met take‑away in Lelystad.

OutdoorOutdoor

Reageren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.