Wie ontdekt de schat van Schokland?
‘Kijk, het meeste wat je hier ziet staan is natuurlijk eigenlijk nep’, zegt de gids, terwijl hij met een weids gebaar de horizon van Schokland bestrijkt. Hij geeft een rondleiding aan een groep die voor een familiedag een bezoek brengt aan het voormalige Zuiderzee-eiland, dat nu ingeklemd ligt in de akkerbouwgronden van Noordoostpolder.
Hij doelt op de bebouwing rond de Enserkerk, wat het enige originele restant van de bewoning op dit eiland is. De rest is er in later stadium weer bij gebouwd. In de kerk opende in 1947 de eerste tentoonstelling over de historie van het eiland, nadat het door de drooglegging in 1942 één werd met de omgeving. Later kwam daar, gebaseerd op oude tekeningen, de huidige bebouwing bij. Een museum in Flevoland dat jaarlijks zo’n 40.000 gasten ontvangt.
Werelderfgoed
Wie naar Schokland komt kijkt naar een historische schat, in meerdere opzichten. Want er zijn wereldwijd niet veel eilanden die op deze manier ingekapseld worden in het vaste land en vanwege de bijzondere bodemvondsten die in deze omgeving gedaan zijn en die in het museum uitgestald liggen. Daaruit blijkt onder andere dat dit gebied al in vroeger tijden werd bewoond door mensen die behoren tot de Swifterbantcultuur. We hebben het dan over de jaren van 5000 voor Christus. De bijzondere status van het 150 hectare grote gebied werd in 1995 erkend toen het Unesco Werelderfgoed werd.
Ontruiming
Het eiland werd 160 jaar geleden (1859) ontruimd op bevel van Koning Willem III. Dat gebeurde vanwege de onveilige situatie. Schokland was namelijk in de middeleeuwen veel groter. Tijdens de stormvloed van 1825 werd Schokland zwaar getroffen. Het hele eiland kwam onder water te staan. Er werd meer dan twee kilometer aan zeedijk vernield en de paalwering raakte zwaar beschadigd, evenals de twee kerken. Ook de vuurtoren op de Zuidpunt werd volkomen vernield. De bewoners moesten naar de zolders van hun woningen vluchten. Er vielen 13 doden, 20 huizen spoelden weg en tientallen andere woningen liepen ernstige schade op, zo schrijft Wikipedia. Reden voor de ontruiming was ook de armoede; de visserij was vanaf het begin van de 19e eeuw nauwelijks levensvatbaar en Schokland was de armste gemeente van Nederland. Regelmatig waren er inzamelingen voor de Schokkers. Ook de inteelt op het eiland zou een rol gespeeld hebben.
Van Schokland naar Kampen
Op 1 maart 1859 maakte burgemeester Gerrit Jan Gillot op aanplakborden bij het gemeentehuis van Schokland bekend dat de bewoners het eiland binnen vier maanden moesten verlaten. Er woonden op dat moment ongeveer 650 mensen. Hoewel een ruime meerderheid van de eilandbevolking katholiek was, evacueerde maar een klein deel van de inwoners naar het katholieke Volendam. Het merendeel verhuisde naar Vollenhove en naar het dorp Brunnepe bij Kampen, waar de Schokkerbuurt gebouwd werd. Een deel van deze Schokkerbuurt is nagebouwd in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. De katholieke kerk van Emmeloord werd steen voor steen afgebroken en vrijwel exact weer opgebouwd in Ommen. Een kopie van het originele doopvont is te vinden in de kerk op Schokland.